Duizelen in Düsseldorf
Geen plek geschikter om uitgebreid te shoppen, uitstekend Japans te eten en wat toparchitectuur mee te pikken dan Düsseldorf. Van vintage vondsten en zelfgemaakte hebbedingen over high fashion en het betere merkengeweld tot toppatisserie en dure hondenkoekjes… Tijd dus om je vooroordelen even langs de kant te zetten.



Braadworsten en foute, want Duitse, schlagers. Düsseldorf in een notendop, zo dacht ik. Een plek waar je alleen heen gaat als het echt moet. Maar een mens is nooit te oud om zijn vooroordelen onder ogen te zien, dus toen er gefluisterd werd dat Düsseldorf gonst van vintage coolness, werd het tijd om op onderzoek te trekken. En uiteraard kwamen we als fans terug, zo gaat dat immers. Vol spijt dat we niet eerder naar het Oosten spoorden. Want daarmee begint het al. Geen gedoe met onmenselijk late of vroege luchthaven check-ins, geen fileleed, je hopt gewoon op de trein en een uur of 2 later arriveer je in het hart van de stad en kan de pret beginnen. Toegeven, die stationsbuurt is, net als zowat elke stationsbuurt ter wereld, niet echt een toeristische trekpleister. Behalve dan als je van kebab houdt. Op dus naar Flingern, die er tegenaan schurkt, en zijn Ackerstrasse, het bruisende hart van alternatief Düsseldorf. Jarenlang een verpauperde arbeidersbuurt tot arme creatievelingen er zich vestigden en dit stadsdeel eigenzinnig kleur gaven. Al snel opende het ene na het andere leuke boetiekje, daarna kwamen de gezinnen en zie, vandaag is Flingern the place to be. Een samenscholing van galerijen, supergezonde sapbars mét superfoods en onafhankelijke shops met recyclageworkshops. Kortom, de coolste wijk van ’t stad, handig verzameld in twee overzichtelijke straten. En dat alles overgoten met een ecosausje. Flingern promoot resoluut lokale initiatieven die ook nog eens ecologisch zijn. Organic, diy, shop local, upcycling, de shopbewuste termen vliegen je hier om de oren. Geen plek om trots met een Primarkvondstje uit te pakken. Hier wordt er ecologisch, lokaal en bewust geshopt.





Wij starten ons tracé in Café, Restaurant en Bar Beethoven (Ackerstrasse 106) waar je tot 15u kunt ontbijten. ’s Weekends zelfs nog een uurtje langer. In dit deel van de stad blijken Duiters immers net iets minder punctueel. En dat ontbijt stel je zelf samen. Van een van de vele broodsoorten met salami over yoghurt met vruchten en honing tot een halve pompelmoes. Daarna volgt een estafette van hebbedingadressen en voor je het goed en wel beseft, sleur je papieren boodschappentassen mee. In Plup, of Planet Upcycling (Ackerstrasse 168) vinden we zonnebrillen gemaakt van oude skateboards, bij Rikiki (Lindenstrasse 103) hippe kaartjes en posters, bij Mr en Mrs Smooth (Ackerstrasse 142) schaffen we ons een ‘Fred Fenchel’ aan, een versgeperst venkelsap met avocado, groene druiven, agavesiroop en extra chiazaden, en bij Unterhaltung (Ackerstrasse 161) wachten grote Weckpotten gevuld met lekkers om zelf aan het bakken te slaan. Alles handig in een pot verzameld. Bij Wunderwerk (Ackerstrasse 133), een boetiek die grossiert in fairtrade mode met uitsluitend natuurlijke materialen, volgt een politiek correct bombardement. De labels zijn van gerecycleerd katoen, de prijsetiketten van gerecycleerd papier, de hangers van duurzaam eucalyptushout en de alpacawol komt rechtstreeks uit Peru waardoor de kinderen uit een heel dorp naar school kunnen. En het is pokkeduur. Soms is trop, trop. Maar gelukkig wacht wat verder Marilux (Ackerstrasse 158) dat grossiert in Fins design en … Japanse klanten. En dat is geen toeval….



Düsseldorf telt de grootste Japanse gemeenschap van Europa. Goed voor zo’n 7.000 Japanners en 450 Japanse bedrijven, eigen scholen, tempels, bakkerijen, supermarkten en uiteraard restaurants. Er wordt gefluisterd dat je nergens in Europa zo goed Japans eet als in Düsseldorf. Of hoe een citytrip naar Düsseldorf je meteen ook, gratis en voor niets, een Tokyo-gevoel geeft. Wij snuisteren in de supermarkt, doen er de vreemdste foodontdekkingen, en vergapen ons in de Bakery My Heart (Marienstrasse 26) aan de cake met rode bonen en het brood met groene thee, stuk voor stuk apart en in een plastic hoesje verpakt. Het zal ongetwijfeld gezond zijn, maar écht smaken doet het niet. ’s Avonds keren we op onze stappen terug en stappen we op goed geluk een van de vele Japanse restaurants binnen. Onflatterend tl-licht, menukaarten met lelijke foto’s, behoorlijk beschonken Japanse zakenmannen, alles is zoals het hoort te zijn. En de sushi, sashimi en tempura is dat al helemaal. Dat we de enige Westerlingen zijn, maakt het geluk compleet. Pas wanneer we ons wat verder in de oude stad op een van de verwarmde terrassen installeren, beseffen we opnieuw dat we in Duitsland zijn. Düsseldorf gaat er prat op dat de binnenstad met zijn 260 horeca-etablissementen de langste toog ter wereld is. En eerlijk, ver zullen ze er niet naast zitten. De ene bar leunt tegen de andere en er is voor elk wat wils. Van rustiek over blinkend hip tot bluesy bruin. Overal stroomt het bier, worden de dekentjes gretig gedeeld en staat er zowel guacamole als bratwurst op het hapjesmenu. Blijven plakken blijkt dan ook zowat de nationale hobby te zijn.




’s Anderdaags wacht er nog meer shopvertier. Deze keer zoeken we ons heil in Unterbilk, nog zo’n hip district. Hier vooral vintage boetiekjes. Geen kwalijk geurende tweedehandszaken, maar glamoureuze vintageshops met Hollywood diva allures. Daartussen winkeltjes met zelfgemaakte spullen. Goed voor een sleutelhanger met het duidelijke ‘fuck stress’. Lunchen doe we in K (Wilhelm-Tell-Strasse 1a) dat met zijn nonchalante industriële look pal op de trend zit. De veggie lunch kost er € 7,90, de versie voor carnivoren € 1 meer. Zowat de helft van wat je in onze kontreien zou betalen. En de porties zijn …. Duits. Reden genoeg om al stappend de doorsteek te maken naar Medienhafen, de architectuurparel van Düsseldorf. De oude havenloodsen maakten hier enkele jaren geleden plaats voor futuristische hightech gebouwen ontworpen door welklinkende namen zoals Frank O. Gehry. Vandaag is dit de thuis van televisiezenders, radiostations, reclameagentschappen en designbureaus. Langs de Rijn is het daarna relax slenteren naar de Altstadt om via de Kö Bogen, een luxueuze department store opgetrokken door Daniel Libeskind, in de Köningsallee te belanden. Op deze platanenavenue verzamelen Gucci, Chanel, Armani en konsoorten en tref je al eens een Arabische sjeik met zijn gevolg. En als hun chihuahua’s honger hebben, hollen ze naar Dog’s Deli (Blumenstrasse 7), een delicatessezaak voor viervoeters, met ‘Alles was das Hundeherz begehrt.’ Van een uitgebreide selectie huisgebakken koekjes zonder conserveermiddelen of kunstmatige aroma’s tot en met knuffeldekens. Een mens zou er zelfs honger van krijgen. Gelukkig wacht Konditorei Heinemann (www.konditorei-heinemann.de) om de hoek. Al sinds 1932 een instituut en ondertussen wereldbefaamd voor zijn unieke, maar prijzige, champagnetruffels. Een Heinemann-tasje scoort hier bijna net zo hoog als die nieuwste Hermèstas. Je merkt het, Düsseldorf laat zich niet in één weekend doorgronden.



De IC-trein rijdt viermaal per dag van Brussel naar Keulen waar je overstapt naar Düsseldorf. De IC-bus rijdt driemaal per dag van Brussel Noord via Roermond naar Düsseldorf. Op www.bahn.com vind je alle treininformatie. Met de auto bedraagt de afstand vanuit Brussel iets meer dan 200 km en doe je er 2u30min over.
Hotel Mutterhaus (www.hotel-mutterhaus.de) pronkt in een park en grossiert in rust, vanaf € 132 voor een tweepersoonskamer. Het iets bescheidener Windsor Hotel, vanaf € 85 voor een tweepersoonskamer, voelt dan weer very British aan. Meer weten? Info over nog meer hotels, events, places to be vind je op www.duesseldorf-tourismus.de.
Verschenen in HLN, 2016