Het land van Asterix en Obelix
Niet zo heel ver hier vandaan, bestaat er een land waar de heuvels rollen, de koeien in boomgaarden grazen en zowat elke boerderij zijn eigen kaas fabriceert. En die kaas wordt doorgespoeld met appelsap, cider en calvados. Welkom in Pays d’Auge, ongetwijfeld het mooiste stukje Normandië.
fotografie: Heikki Verdurme



Pays d’Auge is zowat het kloppende hart van Normandië. Figuurlijk dan. Want deze deelregio pakt niet uit met een toeristenklepper zoals de Mont-Saint-Michel of een stad zo welklinkend als Calvados. In ruil word je wel getrakteerd op een fijn aanbod ambachtelijke fromageries en een ciderroute die je door het typische Normandische landschap stuurt en je ondertussen geregeld laat halt houden. Kwestie van ook te proeven tot wat al dat groen leiden kan. En cruisend door dit glooiend land van Asterix en Obelix ontdek je hagen die tot halve tunnels uitgroeiden, Normandische koeien die door hoogstammige appelgaarden huppelen en gerestaureerde vakwerkhuizen met rietdaken die een eigen leven lijken te leiden. Het mag duidelijk zijn, Pays d’Auge koestert zijn roots en al wie ooit door deze rollende weides reed en genoot van de Normandische verzichten die ze serveren, kan de regio geen ongelijk geven. Tijd dus voor een weekend vol natuur en smaakcultuur.


Pont l’Evêque van meneer Spruytte
Aangekomen bij Fromagerie Jérôme Spruytte, onze eerste culinaire stop, treffen we de essentie van Normandië. Een oud, ietwat vergaan vakwerkhuis in de schaduw van een dorpskerk, kalfjes die loeien als je oprijdt, een rij krakkemikkige, maar fotogenieke tractors en een kaaswinkel die amper een deurgat groot is. In de verte hangen de appels te blinken. Meneer Spruytte pakt zijn Pont l’Evêque in, mevrouw Spruytte voorziet ze van een etiket en zonder veel woorden werken ze noest verder. Zij aan zij. Samen verhandelen ze zo’n 50.000 kazen per jaar. Hun atypische naam heeft het echtpaar te danken aan de Vlaamse opa Spruytte die tijdens de Eerste Wereldoorlog Passendaele ontvluchtte en uiteindelijk met een Normandische schone huwde en dus ter plekke bleef plakken. Het was diezelfde opa die in 1933 de boerderij en later ook de fromagerie opstartte. Aan de fromagerie werd al die jaren niet getornd, op de aanpassingen aan de Europese normen na. Maar verder grazen de Normandische koeien nog altijd rond de boerderij, eten ze nog steeds het eigen gras en resideren ze zo’n negen maand per jaar in de gezonde buitenlucht. Ook de kaas wordt nog net gefabriceerd zoals toen en rijpt in de 15de-eeuwse kelder.


Kaas met koffie
Zelf is monsieur Spruytte na al die jaren nog steeds een fervente Pont l’Evêque-fan. ‘Elke morgen bij het ontbijt eet hij trouw onze eigen kaas’, bezweert zijn vrouw ‘en zelfs na de raclette eindigt hij met kaas.’ Zeggen dat de man gepassioneerd is, is een understatement. Dit is zijn kindje en daar is hij voortdurend mee bezig. Al was het maar omdat die kaas elke dag gedraaid moet worden. ‘Onze Pont l’Evêque is zoals een goede grote wijn, hoe ouder, hoe beter. Maar hij mag nooit lopen, hij moet bol staan.’ En om die kaas nog net dat tikkeltje meer te geven, grazen de koeien hier in de appelgaard zodat ze op tijd en stond een appel kunnen verorberen. ‘Het is misschien een subtiele smaaknuance, maar het is het verschil tussen goed en subliem. En wij gaan voor subliem.’



Dé ontdekking van de dag, of beter, het jaar: Pommeau!
Luttele kilometers verder houden we halt bij de Caves du Manoir de Grandouet, te vinden op de route du Cidre. Dat bewegwijzerde tracé is goed voor 40 km en een 20 producenten die hun deuren openen voor het grote publiek. Rechtstreeks kopen bij de ciderboer dus. Een must in Normandië waar bij zowat alles cider geserveerd wordt. Van pannenkoeken tot aperitief. In dit imposante manoir worden 15 appelsoorten gekweekt op 28 ha die uiteindelijk als appelsap, cider of calvados eindigen. Jaarlijks worden hier zo’n 80.000 flessen cider gebotteld. Meer dan de helft wordt ter plekke verkocht, de restjes gaan naar de verkooppunten in Parijs of Bordeaux. We leren dat 16 kilo appels goed zijn voor 10 liter cider of 1 liter calvados. Bovendien duurt het tien jaar voor de hoogstammige appelbomen volwaardige appels dragen. Een hele investering dus die vaak pas jaren later rendeert. Na de rondleiding en de technische uitleg is het tijd om te proeven. En dat doen we rigoureus. Ciders, jonge en oude calvados en, de ontdekking van de dag, Pommeau de Normandie. Een melange van calvados en appelsap die hier als aperitief gedronken wordt en bijzonder vlotjes binnengaat.


Met een wagen volgeladen
Wanneer we wat later de oprit afrijden, zit onze koffer al afgeladen vol met cider en …. Pommeau. En we zijn amper een halve dag in Normandië. Als we aan dit tempo voortdoen, moeten we een bestelwagen huren. Die avond verklapt Anne Bourbeaux, de gastvrouw van Petits Matins Bleus, onze b&b voor de komende nachten, dat je met die Pommeau ook in de keuken aan de slag kan. Bijvoorbeeld om sausjes wat extra punch te geven. Al bij al een wijze investering dus. Terwijl ze kokkerelt, vertelt onze gastvrouw, een uitgeweken Parisienne, dat de dorpen van Pays d’Auge overspoeld worden door haar vroegere stadsgenoten. ‘Sommige dorpen bestaan voor 70% uit Parijzenaars. Parijs is niet ver en hier geniet je van beter weer, een hogere levenskwaliteit en een schitterend landschap.’ Zelf verliet ze have, goed en een mediacarrière om in Pays d’Auge de rust terug te vinden en zelfs te leren koken. ‘In Parijs had ik nooit tijd, ik ging er alleen maar op restaurant, pas hier heb ik de kookgoesting ontdekt.’ En om optimaal van haar kookkunsten te kunnen genieten, introduceert Anne een geheimtip: le trou Normand. ‘Tussen de gangen door giet je een glaasje calvados binnen, dat stimuleert de vertering. Zelfs in ‘Madame Bovary’, de roman van Gustave Flaubert, kenden ze dit trucje al.’ Wij doen gedwee wat ons bevolen wordt en slapen opmerkelijk goed.


Het Kaasbedrijf
’s Anderdaags geven we ons opnieuw aan de kaas over. Kwestie van het evenwicht in stand te houden. En deze keer reppen we ons naar een écht grote speler: Fromagerie Graindorge. Dit verhaal begint in 1910 wanneer elke boer nog met zijn eigen melk zijn eigen kaas maakt. Eugène Graindorge doet net hetzelfde, maar koopt ook de kazen van zijn collega’s aan om ze bij hem te laten rijpen. Zoon Bernard gaat nog een stap verder en begint in 1958 melk van andere boeren op te kopen, de kaasboer wordt kaasfabrikant en de Livarot , de kaas van het huis, wordt al snel geroemd. In 1970 wordt het productiesysteem geoptimaliseerd en kan de Fromagerie Graindorge voortaan ook met Pont l’Evêque en Camembert uitpakken. Kleinschalig is deze fromagerie niet, veel meer dan een boerderij is dit een instituut waar je via een glazen gang door de fabriek, tussen hoge kaasstapels, gestuurd wordt. En ook de parking is op vele bussen voorzien. Iets minder hart en ziel dus, maar wel heel wat tekst en uitleg. Het is maar hoe je het verkiest.



Vuur en vlam? Brol!
Wij hebben toch nood aan wat ambachtelijk tegengewicht dus zetten we na ons bedrijfsbezoek koers naar het prachtige Domaine Dupont, een staaltje Normandische grandeur, al weer te vinden op de ciderroute. De familie Dupont fabriceert al sinds het gezegende 1887 cider en calvados op deze herenboerderij. Van vader op zoon en zo vele generaties lang. Hier gaat men alleen met de rijpste appels aan de slag en het geheim, zo leren we, zit hem in een goede harmonie en goede producten. ‘Calvados moet al je zintuigen beroeren en nazinderen in je keel en hoofd, maar mag niet branden. Calvados van kwaliteit zet je keel niet in vuur en vlam, is dat wel het geval, dan heb je je brol laten aansmeren.’ Proeven dus voor je je portemonnee bovenhaalt. Onderweg b&b-waarts passeren we Beuvron en Auge, officieel een van Frankrijks mooiste dorpen en dat is niet gelogen. Denk aan bloemenperken, koperen straatlampen en een pittoresk dorpsplein met Tolkinallures. Je verwacht er elk moment een Hobbit te kruisen, maar in plaats daarvan bots je op hordes Japanners die wat verloren in dit minidorp rondwaren. Of hoe een echt dorp plots Disneyallures krijgt. Wij installeren ons in le Café du Coiffeur, bestellen er een koffie voor € 1,20 en geven onze ogen de kost.





Afsluiten in Honfleur
Na twee dagen rondzwerven in dit mooie, maar eenzame landschap snakken we opeens naar volk. Op kaasmakers en ciderboeren na, kwamen we zo goed als geen mensen tegen en een stadshunker overvalt ons. Livarot en Lissieux, ooit platgebombardeerd en dus weinig authentiek, kunnen ons niet afdoende sussen dus begeven we ons naar de kust en wel naar Honfleur, de officieuze hoofdstad van le Pays d’Auge. Met zijn smalle,torenhoge vervaagde pastelgevels is deze havenstad ronduit een plaatje. Mooi zonder glad te zijn, een tikkeltje verweerd en daardoor des te echter. We dolen rond aan een zeer gezapig tempo want boven, onder en naast ons is er voortdurend iets te zien en achter elke hoek wacht een charmant plein of een pittoresk doorkijkje. Op Place Saint-Catherine wacht een kleine maar fijne biomarkt, goed voor een kraam of tien, waar we prompt een heerlijke rozijnenkoek vol appels en noten binnenspelen, we passeren galerijen, de ene al wat hoogstaander dan de andere, we dalen en klimmen en ontdekken op elk niveau tuintjes van allerlei formaten. Honfleur mag dan uitgegroeid zijn tot een toeristische trekpleister, compleet met de onvermijdelijke lelijke souvenirshops, dit is bovenal een plek waar nog steeds echt geleefd wordt. Niet alleen gastenkamers dus, maar ook olijke Fransen die al steunend en zuchtend hun groentekrat naar huis sleuren. En in de haven dobberen zowel jachten als vissersboten. We zeiden het al, Pays d’Auge is vast van plan om zijn roots niet te verloochenen.




Logeren
Wij logeerden in de gerestaureerde hoeve van Petits Matins Bleus, een charmante b&b in hartje Pays d’Auge. De kamers zijn uitvoerig gedecoreerd en beschikken ook over een kitchenette. www.petitsmatinsbleus.com
Eten en drinken
- Honger en dorst maar geen zin om een kapitaal kwijt te zijn? De biomarkt van Honfleur serveert elke woensdagmorgen gezonde streekspecialiteiten en zelfs pannenkoeken die ter plaatse à la minute gebakken worden.
- Langs de ciderroute openen maar liefst 20 producten hun deuren en voorraadkamers. Het moment om cider, calvados maar net zo goed kazen, appelsap en confituren in te slaan.
- A l’ecole buissonniere, een oud meisjesschooltje, is een oase middenin Honfleur. Een authentiek vakwerkdoolhof vol hoekjes en kantjes en een mooie binnenkoer waar je een clafoutis met verse vijgen bestelt, een planche de charcuterie of wat gerookte zalm. www.a-lecole-buissonniere.com
- Wie aan de drukte van de kaai wil ontsnappen, zit goed in de Travel’s Coffee Shop. Het adres voor een stevig ontbijt, een lichte lunch (genre quiche of salade) of een goed gezette kop koffie in Honfleur. Place du Puits 6.
- Restaurant SaQuaNa, het Japanse woord voor vis, wordt bestierd door Alexandre Bourdas die het vak leerde bij Michel Bras en in Japan. Een bijzondere combinatie die leidt tot inventieve gerechten. De drie kernwoorden hier zijn smaak, kwaliteit en natuur. www.alexandre-bourdas.com
Meer weten?
www.normandie-tourisme.fr, www.tourismepaysdauge.sitew.com, www.ot-honfleur.fr
Verschenen in Nest