Levend erfgoed

Er zijn weinig beroepen zo authentiek als dat van de garnaalvisser te paard. Door Unesco zelfs uitgeroepen tot werelderfgoed. Nest sjokte mee naar zee om er te vissen op garnalen en ontdekte dat alles begint met vertrouwen. ‘Ik houd van de zee, maar de band met die trekpaarden kun je met niets vergelijken.’

Fotografie: Stefanie Faveere

Heel wat mensen houden van hun job, sommigen zijn er zelfs mee vergroeid en dan zijn er nog die bijzondere enkelingen voor wie dat dagelijkse werk zoveel meer is dan brood op de plank. Een passie die hun hele leven begeestert, een leven gevuld met uren die je niet telt. Johan en zoon Dominique Vandendriessche behoren duidelijk tot die laatste mensensoort. Deze garnaalvissers te paard zijn één met die robuuste paarden die hen dagelijks naar zee brengen om er in het woelige water op garnalen te vissen. Veel meer dan een doordachte jobkeuze is dit een roeping. Een met erfgoedallures zelfs. En toch stroomt er, verrassend genoeg, geen kustbloed door hun aderen. Vader Johan verkaste met zijn gezin pas in 1990 van Zuid-West-Vlaanderen naar de kust. ‘Ik werkte toen al mijn hele leven met trekpaarden, maar het natuurreservaat waar we aan grensden, breidde uit. Ik had al wat paarden verkocht aan garnaalvissers en zo groeide het plan om hierheen te verhuizen.’ De liefde voor het Belgische trekpaard was er dus eerst en die liefde is bijzonder groot. ‘Voor de Eerste Wereldoorlog waren er geen vrachtwagens, geen tractoren en zowel op de boerderijen, in de havens als in de steenkoolmijnen kwamen er trekpaarden aan te pas. In 1923 werd er 1 miljoen frank geboden voor een Belgisch trekpaard, een maandwedde bedroeg toen 650 frank. Als een boer in die tijd vier goede merries verkocht, kon hij een boerderij en een 17-tal hectare grond kopen. Vandaag heb je er een fiets voor.’

‘Het Mooiste Koudbloedras ter Wereld’

Hoewel trekpaarden anno 2015 nog amper een rol spelen in onze economie en hun populariteit daardoor gevoelig daalde, blijft Johan koppig zijn eigen koers varen. ‘Ons Belgisch trekpaard is het mooiste koudbloedras ter wereld. Het enige ras dat wel zeven verschillende kleuren kan tellen. Hier, in Oostduinkerke, hebben we dankzij het toerisme van onze hobby, ons beroep kunnen maken. We nemen geïnteresseerden mee met de huifkar en laten hen kennis maken met het leven van een garnaalvisser. Dit was trouwens nooit een volwaardig beroep. Lang geleden trokken de boeren uit de streek bij laag water met hun trekpaard naar zee om er voor zichzelf wat garnalen te vissen. Meer was het niet. Garnalen waren lange tijd armemensenkost.’ Vandaag zijn ze verheven tot het summum van wat onze noordzeewateren te bieden hebben. Onze eigen kaviaar.

Ceci n’est pas un crevette

Maar, er zijn garnalen en garnalen, zo leren we aan de keukentafel bij Johan. ‘Voor geen geld ter wereld kopen wij garnalen in de winkel. We vissen vanaf het voorjaar tot het begint te vriezen en alleen dan eten we garnalen. Als ze net uit het water komen en pas gekookt zijn. Als we niet vissen, eten we geen. Stormt het, dan staan er geen garnalen op het menu. Garnalen moet je proeven op hun puurst. Bij ons komen er geen bewaarproducten aan te pas. Ze bewaren dus maar twee dagen. In de diepvries? Daar wordt toch niets beter van?’ Grote geheimen komen er nochtans niet aan te pas. ‘Elke garnaalvisser beweert dat hij zijn eigen methode heeft, en ons ‘aangespoelden’ zou het nooit lukken. Maar eerlijk, er is niets moeilijk aan. Gewoon koken in gezouten water. Als je met een echt vers product werkt, dan heb je geen tierlantijnen nodig.’ En uiteraard vindt elke garnaalvisser dat zijn garnalen de beste zijn. ‘Zo gaat dat, iedereen wil op zijn hoek de beste zijn.’

Op stap met Ward

Ondertussen is zoon Dominique klaar om er op uit te trekken. Een dagelijks ritueel, weer of geen weer, dat minstens zo’n vier uur in beslag neemt en weinig garanties met zich mee brengt. ‘Nu eens kom je met 7 kilo garnalen thuis, een andere keer vang je wel 18 kilo. De zee is onvoorspelbaar.’ Het maakt fijntjes duidelijk dat zelfs doorwinterde garnaalvissers te paard van het vissen alleen niet kunnen leven. Naast het vissen, gaat Dominique dus ook nog blijgemutst paarden beslaan. Lanterfanten is er niet bij. ‘Ik kan geen werk weigeren dus ben ik altijd aan het werk en heb ik nergens tijd voor’, vertelt hij laconiek. ‘Ik heb al zes maanden een vriendin, maar sinds we samen zijn heb ik nog geen enkele dag congé genomen. Geen zaterdag, geen zondag. Door stil te staan kun je niets leren en aan een paar uur slaap heb ik genoeg. En met hoe meer paarden je rijdt, hoe meer je weet. Je kunt de basis wel leren, maar de knepen van het vak die verwerf je maar al doende.’ Hij vertelt het gezapig terwijl hij zijn favoriete trekpaard Ward klaar maakt voor zijn dagelijkse wandeling. ‘Hij kan soms eens zot en wat tegendraads zijn, maar het is mijn maat. Je zou zweren dat hij Vlaams verstaat.’

Met zachte hand

Dat paarden zijn roeping waren, wist deze paardenfluisteraar altijd al. ‘Ik ben nooit ’s werelds ijverigste student geweest, ik wou maar één ding: met paarden werken. Toen ik klein was, klom ik al van paardenrug tot paardenrug. Ik was niet bang en dan leer je snel.’ Hij vertelt het zonder te dralen. Het tij wacht immers niet en wie te laat bij de vloedlijn is, verliest tijd. En zelfs voor garnaalvissers is time dezer dagen money. Terwijl we gezeten op de kar richting zee hobbelen, valt op hoe Dominique dit kanjer van een paard met zachte hand leidt. Rustig en relax, zachte klanken fluisterend. ‘Een pony kun je nog meester, maar deze kolossen zijn andere koek. Zij hebben veel meer kracht dan wij. Dus komt het er op aan om er zacht mee om te gaan. Het enige dat telt, is vertrouwen. En dat krijg je niet als je maar een keer in de week zo’n paard beklimt. Je moet er elke dag mee bezig zijn.’ Met minuscule bewegingen doet Ward precies wat Dominique wilt. Fotografie Stefanie staat erbij, kijkt ernaar en zucht, ‘dat paard luistert beter dan mijn hond.’

De paardenfluisteraar aan het werk

Eens een trekpaard drie jaar is, is het klaar om bij te leren. En dat gaat traag, stap voor stap. ‘Je kunt zo’n trekpaard niet dwingen en niet overwinnen en ze zijn een beetje bang voor de golven. Dus neem je ze vast en ga je ze voor in het water. Rustig toon je hen de weg en als je altijd correct met hen was, dan vertrouwen ze je en volgen ze je. Beetje per beetje laat je hen zo wennen aan het water. Als je met zo’n kolossen bezig bent dan moet je doordacht te werk gaan zodat ze niet schrikken. En als er toch eens iets gebeurt, dan heb je maar beter je verstand mee.’ Ward is met zijn zeven jaar momenteel in zijn volle kracht, waarschijnlijk zal hij twintig jaar worden maar tegen die tijd is hij al lang met pensioen.

‘De garnalen zijn tegen de commerce’

Zo gezapig het parcours naar het strand is, volop zwaaiend naar al wie ons pad kruist, zo kordaat wordt er gehandeld eens we de vloedlijn bereikt hebben. ‘De garnalen zijn tegen de commerce, ze zouden beter mee opkomen met het water. Nu krijg je ze enkel bij laag water te pakken en alles moet dus in een dikke twee uur gebeuren.’ De kar wordt losgehaakt, de korven komen op Wards stevige rug, de netten wordt goedgelegd en dan is Dominique, ondertussen in een gele overall gehuld, weg om de beste garnalen te wereld te vangen. Voor ons een uitgestorven, verlaten strand, achter ons de duinen, in de verte de havengeul van Nieuwpoort. Zeemeeuwen vliegen af en aan, hopend op wat geluk, en Dominique schrijdt elegant op Ward voorbij. Een met de elementen. De essentie van de zee, gevangen in één beeld. Het is een tafereel dat twee uur later nog niet verveelt. Tussenin worden de netten geleegd, de korven gevuld en de vangst blijkt deze keer zowaar wonderbaarlijk. Tijd om te sorteren is er zelfs niet. Zeven en dan weer weg, kwestie van die weinige tijd zo optimaal mogelijk te benutten en te kunnen blijven vissen zo lang de zee het toelaat. Daarna sjokken we volgeladen terug naar de paardenhoeve. Ward wordt van zijn ballast ontdaan, de garnalen worden meteen gekookt en wij proeven en zouden kunnen blijven proeven. Logisch dus dat we elk met een kilo garnalen huiswaarts keren. De beste koop ooit.

Praktisch:

Wie zelf eens met Dominique of Johan op pad wil, kan instappen op de huifkar en achter een trekpaard door het water waden. De hele zomer op het strand van Oostduinkerke en dat voor amper € 3 per persoon. Meer info over de garnaalvisserij vind je op www.paardevissers.be. Op www.koksijde.be vind je een handig overzicht en kom je er achter wanneer je de garnaalvissers in actie kunt zien.

Eten!

  1. Cruisen in stijl zonder ook maar een mijl te varen, het kan in De Normandie. Dit restaurantmonument, opgetrokken in 1936, duikt namelijk op middenin het uitgestrekte duinenlandschap tussen Oostduinkerke en Koksijde. Het restaurant pakt uit met Belgische klassiekers en achteraf kun je, zoals het hoort, nog even napraten op het dek. De Normandie, Koninklijke Baan 1, Koksijde, 058/51.81.41www.denormandie.be
  2. Je ontdekt dit restaurant in de gerestaureerde Abdijhoeve van Ten Bogaerde, uithof van de Cisterciënzerabdij Ten Duinen. Een plek met geschiedenis waar je vandaag een lichte natuurlijke seizoenskeuken geserveerd krijgt. De chef gaat daarbij op zoek naar de allerbeste streekproducten en leveranciers. Met succes, Ten Bogaerde is een michelinster rijk. Restaurant Ten Bogaerde, Ten Bogaerdelaan 10, Koksijde, 058/62.00.00, www.tenbogaerde.be
  3. Een stevige omelet, wat verse garnalen, enkele in boter gebakken sliptongetjes, je bestelt het stuk voor stuk in dit café verscholen achter het Vissermuseum. Een heerlijke plek waar je geniet van een frisse pint, lekkere vishapjes en wat volksdansvertier. Het leven kan soms verrassend simpel zijn. Estaminet De Peerdevisscher, Pastoor Schmitzstraat 4, Oostduinkerke, 058/51.32.57

Slapen!

  1. Wie in Oostduinkerke wil logeren en wil genieten van zicht op zee, vindt zijn gading in het Albert Hotel, gelegen op het verkeersvrije Astridplein. Bovendien werden de kamers recent vernieuwd! Alberthotel, Astridplein 11, Oostduinkerke, 058/52.08.69, www.alberthotel.be
  2. Evergreen B&B is een charmante cottagevilla in Koksijde, vlakbij zowel het strand als de winkelstraten. Beiden bevinden zich amper 300 meter verder. De b&b is goed voor drie landelijke kamers die elk over een eigen buitenterras beschikken. Evergreen B&B, Koninklijke Baan 197, Koksijde, 0495/124.159, www.evergreenkokisijde.be
  3. Dit karaktervolle rijhuisje werd recent gerenoveerd en omgebouwd tot gastenverblijf en telt drie charmante kamers, uitgedost met brocante meubelen, bloemetjesbehang en kroonluchters. En dat op een boogscheut van het Navigo Visserijmuseum. Villa Elsa, Leopold II-laan 56, Oostduinkerke, 0476/40.91.62, www.villaelsa.be

Doen!

  1. Even deel uit maken van een vissersfamilie, de kneepjes van het strandjuttervak leren en rondwandelen op een historische scheepswerf. Het kan allemaal in het Nationaal Visserijmuseum. Twee grote zeewateraquariums tonen je wat er allemaal in de Noordzee rondzwemt, terwijl je wat verder ziet hoe al dat lekkers gevangen wordt. Of leer je liever morseberichten versturen? Navigo, Nationaal Visserijmuseum, Pastoor Schmitzstraat 5, Oostduinkerke, 058/51.24.68, www.visserijmuseum.be
  2. Scheep in voor een tochtje met de Koksijde01, een veilige én geluidsloze electroboot, waarmee je heerlijk dobbert op het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. Traag maar gestaag passeer je de hele wereld. Achteraf kun je nautische herinneringen ophalen op het zonnige terras van je vertrekpunt, Café Wielrijdersrust Het Dorstige Hart. Een kleine, maar zeer fijne terrasstek. Koksijde01, Wielrijdersrust – Het Dorstige Hart, Dijk 33, 8670 Wulpen, +32(0)474/409.969, www.wielrijdersrust-hetdorstigehart.be
  3. In het natuurreservaat De Doornpanne gaat de Hoge Blekker met alle aandacht lopen. De duin torent met zijn 33 meter dan ook boven alle andere Belgische duinen uit. Ooit was deze duin een baken voor de zeelui die al van ver zijn witte kruin zagen blinken of ‘blekken’ zoals ze in deze kontreien plegen te zeggen. Het natuurfenomeen had prompt een naam. www.oostduinkerke.be

 

Verschenen in Nest Kust

- overzicht -
Facebook Twitter Google+ Pinterest LinkedIn